Raadslid Harry Stam op de fiets van Nieuw-Lekkerland naar Arkel

Harry Stam in Streefkerk in gesprekdinsdag 28 augustus 2018 13:57

Raadslid Harry Stam van de ChristenUnie heeft de zomermaanden benut om de toekomstige gemeente Molenlanden per fiets te verkennen. Bijna alle twintig kernen heeft hij aangedaan, vaak onder tropische weersomstandigheden. ‘In de vier weken dat ik op pad was, heb ik het gras in de Alblasserwaard gaandeweg geler zien worden’, aldus Harry. De tocht langs de dorpen leverde tal van plezierige ontmoetingen op met streekbewoners. ‘Ik heb mooie en gezellige gesprekken gehad. Wat me positief opviel was de enorme betrokkenheid bij de eigen woonomgeving.’

 ‘In Giessen-Oudekerk sprak ik een omwonende van de openbare basisschool, de locatie waarvoor plannen voor nieuwbouw in de maak zijn. Net als alle andere mensen die ik sprak over de fusie gaf hij aan het niet fijn te vinden dat het gemeentebestuur verder op afstand komt te staan. De dorps(be)raden worden met andere woorden alleen maar belangrijker. Die kregen van hem trouwens een dikke voldoende. Het was niet de enige kern waar ik grote tevredenheid over de inzet van de dorps(be)raden hoorde.

Een andere taal, een andere cultuur
‘Over de Giessen, een brug verder, sprak ik met enkele senioren die buiten zaten bij Bredero’s Hof. Het zijn echte Alblasserwaarders en roemen de tijd dat het dorp nog een eigen bestuur had. Dat was overigens tot 1986. Ze maken zich wel zorgen over de toewijzing van de woningen bij hen in de hof. Steeds minder wordt er aan senioren toegewezen en steeds meer aan mensen van buitenaf die de taal niet spreken en een andere cultuur meebrengen.

‘In Wijngaarden sprak ik een oudere mevrouw die naast een klein speeltuintje woont. Toen ik vroeg of ze weleens last heeft van spelende jeugd zei ze dat ze er eigenlijk wel van kon genieten. ‘Ik ben zelf ook jong geweest.’ Ze vond wel dat de buurt waarin ze al meer dan 50 jaar woonde achteruit ging. Er komen steeds meer mensen van buiten Wijngaarden, die ook nog verzuimen hun tuintjes te onderhouden.

‘In Oud-Alblas had ik een ontmoeting met de exploitant van De Beemd, het nieuwe dorpshuis. De klandizie viel nog wel wat tegen, maar wat een prachtige inrichting en dito gebouw is het geworden. Later bleek dat ik vroeger met zijn schoonvader heb gebasketbald. Zo is de wereld weer klein, maar ja, we hebben het ook over de Alblasserwaard.

De kracht van dit gebied
‘Bij de oude Zijdebrug tussen Nieuw-Lekkerland en Streefkerk ontmoette ik iemand die zijn kleinzoon uit Amsterdam de mooie polder liet zien. Toen ik aan zijn kleinzoon vroeg wat hem opviel, zei hij dat het allemaal zo groen was. En inderdaad. Op weg naar een volgende kern bedacht ik me al fietsend andermaal in wat voor prachtige omgeving we wonen. Dat moet beslist zo blijven. Het is de kracht van dit gebied; daar moeten we zuinig op zijn.

‘In Langerak maakte ik een praatje met een jong stel dat bezig was met de voorbereidingen om een schuur neer te zetten in de achtertuin van hun koophuis in het CPO-project Eben Haëzerschool. Met de raad waren we een half jaar eerder daar ook al wezen kijken en nu feliciteerde ik het stel met de mooie woning. Spontaan werd me een ijsje aangeboden. Alblasserwaardse gastvrijheid!

Roestig en klein
‘In Nieuwpoort probeerde ik door te dringen in de leefwereld van de plaatselijke hangjeugd bij de Spar. Ze zeiden me dat ze het jeugdhonk dat ze hadden gekregen een ‘afdankertje van de gemeentewerf’ vonden. Hun trainingspak zou vies worden als ze erin zouden gaan zitten. Het is inderdaad nogal roestig en ook vrij klein (soort grote stalen buis). Ik deed de suggestie dat ze de roest er zelf af konden borstelen en er een lik verf op konden schilderen. Ze keken me wazig aan...

‘In Hoornaar wilde ik lunchen maar nergens was er een gelegenheid open. Helaas heeft het plaatselijke restaurant onlangs zijn deuren moeten sluiten. Ik sprak de eigenaar van het pand. Hij was de straat aan het schoonspuiten en nam en passant ook de omliggende trottoirs en parkeerplaatsen mee. Kijk, daar hou ik van.

Zwerfvuil
‘Nog een mooi voorbeeld van betrokkenheid bij de eigen woonomgeving trof ik in Hoogblokland aan. Ik zag een mevrouw bukken om een blikje op te rapen. Ik sprak haar waarderend aan toen ze het blikje in de vuilnisbak gooide: ‘Kijk, zo doen we dat in Blokland.’ We raakten aan de praat over van alles en nog wat, en natuurlijk over zwerfvuil. Af en toe vuil op straat oprapen is mooi, maar het is natuurlijk nog beter als we ervoor zorgen dat er geen zwerfafval op straat komt.

‘Op de Stationsweg en Schotdeuren in Arkel bekroop me het gevoel dat hier qua verkeersveiligheid nog wel iets te verbeteren valt. Als je, zoals ik, onbekend bent met zowel de weg als de snelheid waarmee de auto’s je inhalen op deze 30 km-weg, dan kan ik me voorstellen dat je je hier weleens onveilig voelt in het verkeer. Maar verder vanaf de fiets een mooi dorp. Voor mij als Nieuw-Lekkerlander tot nu toe onbekend, maar daar komt de komende tijd ongetwijfeld verandering in.’

« Terug