Voorzitter, dank voor de helder leesbare begroting en beantwoording van de technische vragen. Ook dank aan de medeleden van de Auditcommissie die het nodige technische voorwerk hebben gedaan.

De ChristenUnie heeft bij de behandeling van de Kadernota in juli van dit jaar het college en de raad in de Algemene Beschouwingen opgeroepen om SAMEN aan de slag te gaan vanuit onze constructieve houding.

We zijn dankbaar dat het college met deze begroting een gezonde financiële basis met een geringe stijging van woonlasten laat zien, ook meerjarig, maar de eerlijkheid gebied toch ook te zeggen dat het tijdelijk schrappen van de korting op de rijksbijdrage van grote invloed is op deze cijfers. Voeg daaraan toe de (alweer) beleidsarme initiatieven in deze begroting en positieve cijfers voor nu en de komende 3 jaar is het resultaat. Tegelijkertijd weten we ook dat met name vanaf 2030 de noodzakelijke investeringen voor de basisscholen uit het IHP een forse druk op onze exploitatie gaan leggen en dus ook in de komende collegeperiode er goed gekeken moet worden naar de structurele uitgaven. Vandaar dat wij ook nog steeds achter de motie 'wat moet, wat kan en wat mag' blijven staan.

Voorzitter, gisteren vierden we in de kerken Dankdag voor Gewas en Arbeid, waarbij we stilstaan dat het niet vanzelfsprekend is dat we op zo'n welvarend stukje aarde mogen wonen en dat we God mogen danken voor Zijn zegen. Dan mag ook uit onze bijdrage hier een stuk dankbaarheid klinken en hoop voor de toekomst. We zijn een financieel gezonde gemeente die ook nog het nodige aan reserves heeft waarmee we voor onze inwoners dienstbaar kunnen zijn.

En dan komt het aan op politieke keuzes. Bijvoorbeeld 'Een thuis voor iedereen'. Dat motto zullen alle partijen hier aan tafel wel omarmen, maar dan nu nog de daden in de praktijk brengen! Met een Algemene Reserve van
bijna 30 mln en een schaarse woningmarkt die zeker nog vele jaren schaars blijft ondanks de plannen in Den Haag, vinden wij dat het actievere grondbeleid zeker zichtbaar mag worden in het komend jaar. Te beginnen bij de lopende plannen zoals in Bleskensgraaf, maar ook bij andere gebieden aan de randen van onze dorpen moeten kansen kunnen worden verzilverd tegen aanvaardbare risico's. We gaan ervan uit dat het college met de hoogst mogelijke spoed ambtelijke capaciteit hiervoor inzet en dat de senior medewerker grondbeleid die aan de organisatie is/wordt toegevoegd snel vruchten laat zien. Immers, woningbouwplannen drogen op en een extra stimulans is hard nodig. Dus daarom de volgende vraag:

Vraag 1: Kunt u ons over een tijdje, zeg ergens rond de zomer, al enige resultaten laten zien waaruit blijkt dat u een actiever grondbeleid toepast?

Daarop voortbordurend maken wij ons ook nog steeds zorgen om de snelheid van het in uitvoering brengen van de Woon-Zorgvisie. Wederom is dat dit jaar niet gelukt en wordt volgend jaar ondergebracht in het Volkshuisvestingsprogramma. Hier treedt wederom een vertraging op, dus daarom de volgende vraag:

Vraag 2: Waarom gaat het u in 2026 wél lukken om uitvoering te geven aan deze ruim 2 jaar geleden vastgestelde woonzorgvisie?

Dan nog enkele opmerkingen over onze dienstverlening op het gebied van het vergunningenloket en vergunningverlening. Ons viel op dat, ondanks dat veel boeren niet precies weten wat hun vergunde situatie is, er slechts 20 boeren zich hebben gemeld en zijn geholpen. Daarom de volgende vraag:

Vraag 3: Wat is de reden dat er maar 20 boeren gebruik van het vergunningenloket hebben gemaakt?

Verder geeft u aan dat u een versnelling wil aanbrengen in de procedure voor vergunningverlening. Dat klinkt hoopvol, echter, het risico is dat door toepassing van de 'spitsstrook' dit ten koste gaat van behandeling van aanvragen van onze inwoners die een aanbouw of dakkapel willen plaatsen en door het niet meer van rechtswege verlenen van vergunningen door te late behandeling, is dat drukmiddel er ook niet meer. Daarom de volgende vraag:

Vraag 4: Hoe dekt u het risico af dat de eenvoudige procedures de klos zullen zijn?

Afsluiting

Voorzitter, ik rond af in het besef dat we in deze bijdrage best onze zorgen hebben geuit, maar ook onze wil om het beleid beter te maken. Wij spreken dan ook onze waardering aan het college en de organisatie uit voor wat is gedaan en wat wordt voorgenomen. Het verminderen van inhuur en het beleid om de organisatie sterker te maken om alle uitdagingen waar we voor staan op de Molenlandse Manier op te pakken blijft een aandachtspunt voor ons.

Voorzitter, we zien uw reactie op onze 4 politieke vragen met belangstelling tegemoet in de verwachting dat we in de 2e termijn nog wel zullen terugkomen op een aantal inhoudelijke punten rond wonen en onze gemeentelijke dienstverlening. We wensen u Gods zegen bij het uitvoeren van deze begroting!

Dank u.