De ChristenUnie is een zeer groot voorstander van een overheid die haar inwoners stimuleert en faciliteert in het gezonder leven. Niet alleen op het gebied van voeding en leefomgeving, maar ook in het actief bewegen en sporten. Uit cijfers blijkt dat we rond het gemiddelde van Nederland zitten met de deelname aan de minimale beweegnorm. Dat betekent dat meer dan de helft NIET aan de minimale norm voldoet.

Kortom, we zitten in de middenmoot. Maar het doel is niet om hoger in dat lijstje te komen. Immers we gunnen elke inwoner van NL meer beweging, maar om gezondheid, welzijn en welbevinden te vergroten o.a. door sport en bewegen. En als er dus meer mensen de minimale beweegrichtlijn halen dan is dat mooi.

Dé sportparel vh groene hart worden is voor onze fractie dat ook geen doel op zich. We doen niet aan competitie in gemeentelijk Nederland wat ons betreft. Evenmin met harde cijfers zoals in het beleidsplan is benoemd onder de noemer 'Social Return on Investment. Dat getal wordt groot en groots gepresenteerd. Los van het feit dat je vragen kunt stellen bij dit getal, immers de maakbaarheid van de mens is niet zo hoog als zo'n cijfer doet vermoeden en gezondheid, welzijn en welbevinden wordt door heel veel andere factoren beïnvloed. Ik heb in het rapport van Ecorys gelezen dat zij deze nuance zelf ook aanbrengen. Nee, dan herkennen wij ons beter in het beoogd effect zoals dat in het raadsvoorstel staat: … Bewegen en sporten is zoveel meer dan een cijfer. We doen het voor onze gezondheid, om fit en vitaal te worden en te blijven maar ook het sociale aspect mag niet uit het oog worden verloren. En tenslotte maakt bewegen en sporten gelukkig en geeft het plezier.

Tijdens een wandelingetje vandaag dacht ik: We hebben een uitnodigende en veilige omgeving nodig en een beetje zelfdiscipline om te wandelen, hard te lopen en te fietsen in onze mooie polder met zijn frisse waterstromen en grazige weiden. Dat is de ene kant, en aan de andere kant is het heel mooi dat er vele sportclubs zijn in onze gemeente waar je je favoriete sport kunt beoefenen. Dankbaar maak ik daar al meer dan 50 jaar gebruik van. 

Maar er is een groot aantal mensen die van deze mogelijkheden geen gebruik maakt. Sommigen omdat ze dat niet kunnen en sommigen omdat ze dat niet willen. Van de mensen die niet kunnen vanwege fysieke, mentale of financiële beperkingen is stimulering via passende middelen zoals St. Leergeld en de aandacht vanuit de Inclusieagenda heel belangrijk. Maar ook de gemeentelijke inzet op stimulatie voor bewegen en sporten zoals bijv. via GIGA Molenlanden is er gelukkig al gedeeltelijk voor jongeren, senioren en mensen met een beperking, hoewel meneer Grip aangaf dat er van het laatste nog weinig terecht komt en men vanuit het VN ambassadeurschap zelf het initiatief neemt. De vraag is dan ook of zijn geuite zorgen terecht zijn. Vanzelfsprekend is het ook belangrijk om onze faciliteiten op orde te houden of te brengen. Ik doel bijvoorbeeld op sporthal De Klipper in Nw Lekkerland, waar de gemeente kijkt hoe de erbarmelijke staat ervan het best kan worden opgelost. Verder lezen we dat het college plannen wil verkennen om de sportieve openbare ruimte te faciliteren en te optimaliseren in het kader van bewuster omgaan bij de inrichting van de buitenruimte om deze beweeg- en sportvriendelijk(er) te kunnen maken. Graag van de wethouder wat nadere uitleg op dit punt en een concreet voorbeeld daarbij.

Inzetten op een kerngerichte aanpak met een regisseur gaat volgens het beleidsplan bijdragen aan het versterken van de waarde van sportclubs. Graag willen we wat meer weten over de rol van de regisseur en de vraag of deze rol dezelfde is als de Verenigingsadviseur zoals die in het uitvoeringsplan voor 2024 staat? Zo niet, betekent dit dat de regisseur(s) niet dit jaar starten?

We zien dat monitoring op de effecten van interventies een plek krijgt. Zo houden we met elkaar in de gaten of ons beleid effectief is. Hieruit rijst ook de vraag of er een lokaal sportakkoord is gemaakt na 2022 want de versie die er was bevatte veel waardevolle acties. Hoe staat het met het lokale sportakkoord 2020-2022?

Conclusie: Los van de vragen die we aan het college hebben kunnen we achter de samenvatting staan die aan het eind van het beleidsdocument staat en dan met name de laatste 2 punten:

o We kunnen beleid maken om in de praktijk ervoor te zorgen dat iedereen mee kan doen!

o We willen dat doen vanuit de herkenbare Molenlandse manier: dialoog, nabijheid en actie vanuit het gedachtengoed rond onze Molenlandse kernen!

We zien uit naar de reactie van de wethouder op onze vragen rond de buitenruimte, de activiteiten richting de sportclubs in de kernen en de status van het huidige sportakkoord.